NEN begeleidt het maken van afspraken over producten, werkwijzen en diensten, en publiceert deze. In Nederland is NEN het nationale normalisatie-instituut. Dit is Europees (CEN, CENELEC en ETSI) en wereldwijd (ISO, IEC en ITU) verband aan economische groei en welzijn. Met betrekking tot de keuze van gordels en harnasgordels. Binnen de leveringspakketten van de leveranciers is voor bijna elke toepassing een geschikte (gebiedsbegrenzing)gordel, positionerings- of harnasgordel leverbaar met de daarbij behorende noodzakelijk hulpuitrusting. Het is van levensbelang dat men er zich van verzekert dat men op een correcte manier, een juiste combinatie toepast van met elkaar verenigbare uitrustingsstukken. In onderstaande informatie en in de bij elk individueel product behorende gebruiksaanwijzing, wordt een en ander duidelijk uiteengezet.
NEN-EN 341 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen
NEN-EN 353-1 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Deel 1: Meelopende valbeveiliger met starre ankerlijn
NEN-EN 353-2 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Deel 2: Meelopende valbeveiliger met flexibele ankerlijn
NEN-EN 354 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Veiligheidslijnen
NEN-EN 355 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Schokdempers
NEN-EN 358 Persoonlijke uitrusting voor werkplekpositionering en ter voorkoming van vallen - Systemen voor werkplekpositionering
NEN-EN 360 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Valbeveiligers met automatische lijnspanners
NEN-EN 361 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Harnasgordels
NEN-EN 362 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Koppelingen
NEN-EN 363 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Valbeveiligingssystemen
NEN-EN 364 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Beproevingsmethoden
NEN-EN 365 Persoonlijke beschermingsmiddelen en overige tegen vallen – Algemene eisen voor de gebruiksaanwijzing, onderhoud, periodieke inspectie, reparatie, markering en verpakking
NEN-EN 388 Conform EN 388 norm Beschermende handschoenen tegen mechanische gevaren
NEN-EN 397 Conform EN 397 norm Industriële veiligheidshelmen
NEN-EN 517 Geprefabriceerde toebehoren voor daken - Veiligheidshaken
NEN-EN 565 Bergbeklimmersuitrusting - Veiligheidseisen en beproevingsmethoden
NEN-EN 566 Conform EN 566 norm Bergklimmersuitrusting - Lussen
NEN-EN 567 Conform EN 567 norm Bergklimmersuitrusting - Stijgklemmen
NEN-EN 795 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Verankeringspunten – Eisen en beproeving
NEN-EN 813 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen – Zitharnassen en toebehoren
NEN-EN 1497 Reddingsmiddelen - Reddingsgordels
NEN-EN 1498 Reddingsmiddelen - Redding lussen
NEN-EN 1891 Conform EN 1891 norm Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Kernmanteltouw met geringe rek
NEN-EN 12277 Conform EN 12277 norm Bergklimmersuitrusting - Harnasgordels
NEN-EN 12278 Conform EN 12278 norm Bergklimmersuitrusting - Katrollen
NEN-EN 12492 Conform EN 12492 norm Bergklimmersuitrusting - Helmen voor bergklimmers
NEN-EN 12841 Conform EN 12841 norm Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Systemen ten behoeve van werkzaamheden met een geborgde lijn - Instelapparaat voor lijnen Werkpositioneringssystemen
NEN-EN 14052 Conform EN 14052 norm Persoonlijke beschermingsmiddelen - Industriële helmen met een hoog beschermingsniveau tegen impact
NEN - EN 358 Werkpositioneringssystemen zijn ontworpen om gebruikers die op hoogte in palen, kolommen, masten e.d. moeten werken, de mogelijkheid te geven zich t.o.v. dit object zodanig te kunnen positioneren, dat men beide handen vrij heeft om te werken. Deze systemen zijn NIET bedoelt voor valopvang! Een werkpositioneringsgordel is normaal gesproken uitgerust met twee bevestigingspunten in de zijden welke gebruikt kunnen worden met een (in lengte verstelbare) positioneringsvanglijn of vangband dan wel uitgerust met een geïntegreerde positioneringsvanglijn of vangband en één bevestigingspunt.
NEN - EN 359 Gebiedsbegrenzing gordels mogen alleen worden toegepast in die werksituaties waarbij de gebruiker niet aan een daadwerkelijke val kan worden blootgesteld. Dit type gordel mag alleen in combinatie met een vang- of veiligheidslijn worden toegepast als deze combinatie totaal verhinderd dat de gebruiker in een valgevaarlijke situatie terecht komt.
NEN - EN 361 In werksituaties waar valgevaar aanwezig is, is het dragen van een (volledige) harnasgordel verplicht. Een harnasgordel geeft de drager de grootst mogelijke bescherming daar praktisch alle valkrachten door de zijden en het zitvlak worden geabsorbeerd en de drager na een val, in een bijna rechtstandige positie wordt gehouden. Voor de valopvang mogen bij een harnasgordel alleen de rug- en of borst bevestigingspunten worden toegepast. Indien een harnasgordel uitgerust is met een geïntegreerde heupgordel met bevestigingspunten in de zijden, dan mogen deze alleen voor werkpositionering of gebiedsbegrenzing worden gebruikt.
NEN-EN 1497 Het redding harnas is speciaal ontworpen voor werkzaamheden in besloten ruimten van waaruit een snelle evacuatie noodzakelijk kan zijn zoals in: silo’s, riolen, ladingtanks, mijnschachten e.d. Het bevestigingspunt is zodanig ontworpen dat de drager tijdens het ophijsen een rechtstandige positie van niet meer dan 10 o uit het verticale vlak inneemt, waardoor het mogelijk is een reddingsoperatie uit te voeren door kleine openingen, zelfs als de drager bewusteloos is. Het redding harnas dient gebruikt te worden in combinatie met goedgekeurde reddingslijnen of beter in combinatie met een valstopapparaat voorzien van een integraal liermechanisme.
NEN - EN 354/355 De totale lengte van een vanglijn(of val band) mag inclusief de koppelingen (bv. karabijnhaken) niet meer dan 2 meter bedragen. Indien een vanglijn voor valopvang in combinatie met een harnasgordel wordt toegepast, dan MOET de vanglijn van een energie absorberende valdemper te zijn voorzien. Indien een valdemper geheel of gedeeltelijk is uitgescheurd, mag deze niet meer voor verder gebruik worden ingezet en dient vanglijn met valdemper te worden vernietigd. De vrije valruimte onder het bevestigingspunt moet bepaald worden aan de hand van de hoogte van het aangebrachte ankerpunt ( hoogte vanaf het sta oppervalk) de lengte van de val lijn, de lengte van het uitscheuren van de valdemper (Max. 1,75 meter) en de persoon met veiligheidsmarge (3 meter).
NEN - EN 795 Het maakt niet uit hoe goed uw harnasgordel of veiligheidslijn is als u een onvoldoende sterk verankeringspunt uitkiest om uw valbeveiligingssysteem aan te bevestigen. Het verankeringspunt moet een minimale valbelasting van 10 KN (1000 kg) zonder schade kunnen weerstaan. Er dient zorg gedragen te worden dat GEEN structureel verankeringspunt wordt gekozen met scherpe hoeken of randen waardoor door langs schuren van lijnen of banden deze zouden kunnen slijten of zelfs doorgesneden zouden kunnen worden. Indien mogelijk dient een verankeringspunt altijd boven de gebruiker gekozen te worden en nooit beneden het bevestigingspunt aan de harnasgordel. Dit om een langere val weg dan de lengte van de vanglijn te voorkomen.
NEN - EN 360 Door gebruik te maken van valstopapparaten zijn grote werkafstanden t.o.v. het verankeringspunt mogelijk. Valstopapparaten zijn zelfblokkerend en voorzien van een automatisch oprolsysteem dat de kabel steeds onder een geringe spanning houdt, waardoor de val weg tot een absoluut minimum wordt beperkt. Valstopapparaten zijn ontworpen voor verticale of bijna verticale toepassingen. Een valstopapparaat dient u bij voorkeur NIET horizontaal toe te passen daar bij een eventuele val de gebruiker tot in (en zelfs door) een verticale positie onder het verankeringspunt wordt geslingerd. De gebruiker stelt zich bij een horizontale toepassing aan een onacceptabele val en of letsel, door het raken van voorwerpen tijdens de val en slingerbeweging, bloot. Kleine automatische vangband valstopapparaten, kunnen met succes worden toegepast in moeilijke werksituaties, waarbij een in een bocht hangende vanglijn of vangband, zelf een gevaarlijke situatie oplevert of waar de val weg tot een absoluut minimum dient te worden beperkt.
NEN - EN 353/2 Dit type valbeveiligingsmiddel werkt met behulp van een flexibele verankering (veiligheid)lijn. De lijnklem glijdt zowel omhoog als omlaag vrij over de veiligheidslijn en blokkeert hierop automatisch tijdens een val. Ook lijnklemmen dienen alleen in een verticale of bijna verticale toepassing te worden gebruikt. NOOIT horizontaal. Het wordt ten zeerste aanbevolen de lijnklemmen alleen in combinatie met de bij deze klemmen behorende veiligheidslijnen te gebruiken daar alleen hiervan de verenigbaarheid en dus ook de goede werking van kan worden gegarandeerd. De veiligheids- of verankeringslijn, dient van bevestigingsmiddelen te zijn voorzien om deze aan de bovenzijde aan een verankeringspunt te kunnen bevestigen. Aan de onderzijde moet een voorziening zijn getroffen om te voorkomen dat de lijnklem ongewild van de lijn afglijdt. Het zelf maken van lussen en knopen om de lijn te bevestigen aan een ankerpunt is niet toegestaan, zorg altijd voor lussen (ogen) welke door de fabrikant zijn aangebracht.
NEN - EN 341 Afdaalapparaten geven de gebruiker de mogelijkheid om gecontroleerd van een hoger naar een lager gelegen punt af te dalen. Sommige afdaalapparaten controleren automatisch de afdaalsnelheid, terwijl bij anderen de snelheid door de gebruiker of door een derde partij geregeld kan worden. Over het algemeen zal dit soort apparatuur meer worden ingezet voor reddingsoperaties dan voor bepaalde werksituaties. Het is absoluut noodzakelijk dat alle samenstellende onderdelen van een dergelijk systeem verenigbaar zijn en als een geheel geleverd zijn door de leverancier of fabrikant. De gebruiker dient praktische en theoretische kennis te bezitten hoe met het systeem te werken en volledig in de toepassing ervan getraind te zijn. Aan de informatie in dit document kunnen geen rechten worden ontleend.
Bij het NEN in Delft kunt u de verschillende EN-bladen opvragen en aanschaffen.
Het NEN begeleidt als onafhankelijke partner bij het maken van afspraken over producten, werkwijzen en diensten, en publiceert deze. In Nederland is NEN het nationale normalisatie-instituut.
Wanneer er gebruik gemaakt wordt van PBM ten behoeve van valbeveiliging (PBM-categorie 3) is in de ARBO wet vastgesteld dat ieder artikel:
- valt onder een bepaalde EN norm
- voorzien moet zijn van een CE-markering
- vastgelegd is in een conformiteitverklaring
- is voorzien van een (technische) gebruikshandleiding
- geproduceerd is onder een Europees erkend kwaliteitssysteem (ISO)
De Europese Unie heeft diverse richtlijnen uitgevaardigd, ook voor consumentenproducten. Deze richtlijnen moeten door de lidstaten worden opgenomen in de nationale wetgeving. Producten die aan een EU richtlijn voldoen zijn voorzien van de CE-markering. De CE-markering is dus geen kwaliteitskeurmerk, maar een verklaring van overeenstemming met de wet. Het onderzoeken van de conformiteit van de regelgeving voor de CE-markering is grotendeels zelfcertificering. In bepaalde gevallen is een EG-typegoedkeuring voorgeschreven. Dan dient er gebruik gemaakt te worden van een door de overheid aangemelde instantie. De CE-markering van een EG-type goed gekeurd product is te herkennen aan 4 cijfers achter het CE teken. Deze viercijferige code verwijst naar de aangemelde instantie die de conformiteit heeft beoordeeld.
De Petzl Absorbica bijvoorbeeld is voorzien van (zie afbeelding);
- EN 355 > Normering waar een valschokdemper aan moet voldoen
- CE 0197 > Bewijs dat het ontwerp van dit artikel is gekeurd door keuringsorganisme 0197 waarbij is vastgesteld dat het ontwerp van de Petzl Absorbica voldoet aan de eisen die horen bij de EN 355.
Belangrijk: Deze CE – keuring is géén bewijs dat het betreffende individuele product is gekeurd, maar heeft betrekking op het algemene product / ontwerp.
Op verzoek van de verzekeringsmaatschappijen werd de Europese Norm geïntroduceerd. Binnen deze Europese Normen zijn voor alle artikelen die worden aangeduid als PBM-categorie 3 (valbeveiliging) voorwaarden vastgesteld. De fabrikant dient zich te houden aan deze gestelde eisen.
Een voorbeeld van onderdeel van een Europese Norm: ·Het inbindpunt van een werkpositioneringsharnas moet minimaal een kracht van 15 kN kunnen weerstaan gedurende 3 minuten.
EN-362/B
Specificeert eisen, testmethodes en informatie die door fabrikant verstrekt wordt voor karabiners. Karabiners die voldoen aan de norm worden gebruikt als verbindend element in een persoonlijke valbeschermingssyteem.
EN-1078
Specificeert veiligheidseisen en testmethodes voor helmen die gedragen worden door fietsers, skateboarders en rollerskaters. De eisen en corresponderende testmethodes worden gegeven (wanneer van toepassing) voor: constructie (inclusief kinband), sluitsysteem en zichtveld, shock absorberende eigenschappen, retentie systeem eigenschappen, markering en informatie.
EN-1384
Specificeert veiligheidseisen voor beschermende helmen bij paard rij-activiteiten. Het geeft veiligheidseisen die testmethodes en performance levels voor shock absorberende eigenschappen, penetratie resistentie en voor de sterkte en efficiëntie van het retentie systeem omvatten.
EN-1385
Specificeert veiligheidseisen voor helmen die gebruikt kunnen worden bij kanovaren en wild watersporten in water van klasse 1 t/m 4 (Clause 4). Het niveau van protectie erkent dat de meeste dodelijke ongelukken bij kano varen en wildwatersporten het gevolg zijn van verdrinking na een hersenschudding en niet van hersenletsel. Deze norm is niet bedoeld voor helmen die gebruikt worden in extreem wildwater.
EN-12275
Specificeert veiligheidseisen en testmethoden voor karabiners welke bedoeld zijn voor gebruik in de bergsport, inclusief klimmen.
EN-12277
Specificeert veiligheidseisen en testmethoden voor gordels die gebruikt worden voor de bergsport inclusief klimmen. Deze norm is van toepassing op integraalgordels, heupgordels en borstgordels.
EN-12492
Specificeert veiligheidseisen en testmethoden voor veiligheidshelmen te gebruiken bij bergsporten.
EN-14052
Specificeert veiligheidseisen voor veiligheidselmen met een verhoogde bescherming tegen impact, penetratie en vlamcontact.
Als het UIAA label op het bergsportmateriaal staat, voldoet dit aan de hoogste internationale normen met betrekking tot veiligheid. De UIAA heeft inmiddels normen op gesteld in 19 verschillende categorieën veiligheidsmateriaal (inclusief gordels en helmen). Hieronder vind je enkele voorbeelden.
UIAA – 101 Touwen
UIAA – 105 Klimgordels
UIAA – 106 Helmen
UIAA – 121 Karabiners
Voor meer informatie kijk dan op de website: www.theuiaa.org
Producten die worden aangeduid als PBM moeten voldoen aan de gestelde Europese EN-Normen. De producten met deze EN-normen moeten daarbij voorzien zijn van een CE-keurmerk dat aangeeft dat het betreffende artikel ook daadwerkelijk aan deze EN-norm voldoet.
ISO 9001-2000 is dé internationaal geaccepteerde standaard voor kwaliteitsmanagementsystemen van een organisatie en de manier waarop de organisatie met dit kwaliteitsbeleid omgaat. De norm geeft de eisen weer die door een organisatie gebruikt kunnen worden om klanttevredenheid te verhogen door zowel te voldoen aan de eisen van de klant als aan wet- en regelgeving. De organisatie moet de bedrijfsprocessen beheersen en deze kunnen aantonen. Wanneer de externe audit heeft plaatsgevonden, kan de organisatie een certificaat ontvangen waaruit blijkt dat deze voldoet aan de eisen die door de norm worden gesteld. Dit is een herinnering voor de organisatie en haar klanten dat de organisatie op een vooraf gestelde en gestructureerde manier aan kwaliteitsmanagement (zorg, beheersing en borging) doet.
Petzl producten zijn bijvoorbeeld ISO 9001:2000 gecertificeerd. Dit geeft de gebruiker de garantie dat:
- De productie aan hoge kwaliteitseisen voldoet waardoor kwaliteit wordt gewaarborgd
- De productie is geautomatiseerd maar door menselijk handelen wordt gecontroleerd
De National Fire Protection Association (NFPA) ontwikkelt, publiceert en communiceert meer dan 300 verschillende overeenkomsten en normen die als doel hebben de kans op en de effecten van brand en andere risico’s kleiner te maken.
NFPA-1983
Deze standaard geeft onder andere het minimum design, performance aan. Maar ook de testen en certificaat vereisten voor diverse touwen en gordels en specificeert deze vereisten voor diverse nieuwe touwen en gordels. De standaard specificeert niet de vereisten aan touwen bedoeld voor onder andere bergreddingen en voorklimmen en touwen en materiaal dat ontworpen is voor valbeveiliging.
Een conformiteitsverklaring is het document waarin staat vastgelegd dat het betreffende artikel is geproduceerd conform de gestelde EN-norm(en) en CE-gekeurd is. Dit document betreft dus een officieel “verklaringsbewijs”. Deze verklaringen zijn niet online te vinden maar kunt u desgewenst bij Stagefreaks opvragen door contact met ons op te nemen.
De volgende gegevens dienen terug te komen op een conformiteitsverklaring:
- Unieke identificatie conformiteitsverklaring
- Adresgegevens van de uitgever van de conformiteitsverklaring
- Identificatie van het product waar de verklaring betrekking op heeft (bijvoorbeeld het artikelnummer)
- Verklaring van conformiteit
- Een volledige lijst met richtlijnen, standaarden en andere specifieke vereisten
- Plaats en datum uitgifte
- Naam en handtekening van een bevoegd persoon, handelend namens de uitgever
- Van toepassing zijnde beperkingen van de geldigheid van de conformiteitsverklaring
- Noodzakelijke aanvullende informatie zoals de naam en adres van de conformiteit beoordelende instantie inclusief vermelding van rapport- of certificaatnummers en datum van uitgifte
Ieder artikel dient voorzien te zijn van een technisch handleiding. Hier in kan men terugvinden hoe men het betreffende artikel dient te gebruiken en wat de maximale belastingen zijn.
Europese Norm (EN) | Omschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
EN 341 | Afdaalapparaten | Petzl ID's |
EN 353-1 | Mobiel Antival apparaat meelopende valbeveiliger met starre ankerlijn | Petzl Asap |
EN 353-2 | Mobiel Antival apparaat meelopende valbeveiliger met flexibele ankerlijn | Petzl Asap |
EN 354 | Veiligheidslijnen | Petzl Jane |
EN 355 | Valschokdempers | Petzl Absorbica |
EN 358 | Systemen voor werkpositionering | Petzl Grillon |
EN 360 | Valstopapparaten | Petzl Rig |
EN 361 | Harnasgordels | Petzl Avao Bod Fast |
EN 361 + EN 358 | Antival & Positionering | Petzl Avao Bod Fast |
EN 362 | Koppelingen & Veiligheidshaken | Karabiners |
EN 363 | Persoonlijke beschermingsuitrusting tegen vallen | Algemeen |
EN 365 | Gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, markering | Technische Handleiding |
EN 397 | Industriële veiligheidshelmen | Petzl Vertex |
EN 566 | Bandlussen | Petzl Anneau |
EN 567 | Stijgklemmen | Petzl Ascension |
EN 795 | Verankeringen | Petzl Paw |
EN 813 | Zitharnassen en toebehoren | Petzl Sequoia |
EN 892 | Dynamische klimtouwen | |
EN 12841 | Instelapparaat voor lijnen | Petzl Croll |
En 12492 | Helmen voor (bergbe)klimmers | Petzl Vertex Vent |
EN 1496 | Hijsmiddelen voor redding doeleinden | |
EN 1497 | Redding gordel | Petzl Avao Bod |
EN 1498 | Redding lussen | Petzl Annaeu |
EN 1868 | Overzicht gebruikte termen PBM tegen vallen | Algemeen |
EN 1891 | Semistatisch kernmantel touw | Petzl Parallel |
EN 12275 | Koppelingen & veiligheidshaken (Bergsport) | |
EN 12278 | Katrollen | Petzl Pro Traxion |